De kroket is typisch Nederlands, in geen enkele snackbar waar ook ter wereld komt u ze tegen, tenzij de eigenaar toevallig een Nederlander is. Kroketten kunt u ook prima zelf maken, met lekkere verse ingrediënten. De Mobiele Kok legt uit hoe u dat doet.

Wat heeft u nodig?

Voor de lekkerste kroketten heeft u het volgende nodig:
Voor de ragout:
– 60 gram bloem.
– 60 gram boter of margarine.
– 1 ui, gesnipperd.
–  ½ liter bouillon.
– Kruiden naar smaak: peper, zout, tijm, foelie, nootmuskaat.
Voor de vulling:
– 600 gram gaar rund- of kippenvlees.
Voor het paneren heeft u nodig:
– Bloem.
– Paneermeel of gekruimelde beschuit.
– Losgeklopt ei.
Bovenstaande hoeveelheid is voldoende voor ongeveer 15-20 kroketten

Zo maakt u de kroketten

Eerst maakt u de ragout. Hiervoor smelt u de boter in een pan en fruit hierin eerst de ui. Hierna voegt u de bloem er in één keer bij. Roer dit tot een glad papje. Vervolgens giet u met kleine beetjes de bouillon erbij. Blijf goed roeren en giet de volgende scheut bouillon bij het papje als de vorige hoeveelheid geheel is opgelost. Breng de ragout op smaak met peper, zout, tijm en nootmuskaat naar smaak. Snijd vervolgens het vlees heel fijn voordat u dit door de ragout schept. Laat de ragout goed afkoelen in de koelkast. U kunt de ragout ook de dag van tevoren maken. Maak van de afgekoelde ragout langwerpige staven. Pas op dat u ze niet te dik maakt, dan duurt het namelijk lang voordat ze gaar zijn in de frituur. Doe bloem, losgeklopt ei en paneermeel in drie diepe borden. Haal de kroketten achtereenvolgens door de bloem, het ei en het paneermeel. Let er op dat de kroketten geheel gepaneerd worden zodat er geen barsten in komen tijdens het bakken. Leg de kroketten vervolgens minimaal een half uur in de koelkast. Bak de kroketten in frituurvet van 180 graden gedurende ongeveer 4 minuten tot ze goudbruin zijn. Laat de kroketten even uitlekken voor het serveren. Eet smakelijk!
Variatietip: Voor de niet-vleeseter kunt u ook kroketten met kaas maken. Vervang de bouillon door melk en voeg nadat u de saus heeft gemaakt in plaats van vlees kleingesneden blokjes of geschaafde kaas toe. Dit kan “gewone” Goudse kaas zijn maar bij voorbeeld ook blauwschimmelkaas of een kruiden roomkaas.